Dag patéke,

Het is dringend tijd om eens alles neer te schrijven wat ik niet wil vergeten over jou. Je bent intussen al 21 maanden oud en je begint stilaan een echt jongetje te worden. We leren je steeds beter kennen. Zo weet je heel goed wat je wilt en je hebt het geduld om het ons duidelijk te maken. Als we uiteindelijk ontdekken wat je bedoelt klap je voor ons in je handen en lach je supervrolijk. Iedereen blij!

We hebben er even op moeten wachten maar je begint nu ook echt te praten. Tegenwoordig vind je het hilarisch grappig om mij papa te noemen. Als ik dan zeg ‘neen ik ben MA MA‘ dan lig je in een deuk. Jouw broer noem je Gniii, Finn vindt dat wel OK zo, we verstaan jou! Verder ken je het woord ‘bal’ en ook al heel wat dieren: paa(rd), boe (koe), poe(s),  bee(r) en laatst zei je plots ‘pinguïn‘! Tss …mama zeggen lukt niet, maar pinguïn dat spreek je perfect uit, ik denk dat dit echt iets is wat jou typeert 😉 .

Pinguïns en giraffen zijn de dieren die je het interessants vindt en daarnaast is er natuurlijk nog je eeuwige held – het woord dat je trouwens als eerste kon zeggen – BUMBA. Je houdt van Bumba, het is jouw vriend en wij hebben er mee leren leven 😉

Eten doe je graag maar je hebt zo van die afwijkingen. Als er mayonaise op een tafel staat wil jij alleen mayonaise eten. Tegenwoordig moeten mama & papa dus stiekem wat mayonaise op hun bord smokkelen om dan snel weer de bus in de frigo te zetten. Bananen lust je soms dagenlang niet en dan zijn er dagen waarop je er twee na elkaar opeet. Je bent verslaafd aan druiven en rozijnen maar moet niet veel weten van aardbeien. Groenten zijn OK, zo lang ze maar niet té veel opvallen in jouw bord. Pasta gaat altijd goed binnen. Als je kunt kiezen tussen zelfgemaakt eten of eten uit een potje dan kies je altijd voor het potje. Tot het potje leeg is, daarna wil je toch nog alles eten wat wij net op ons bord geschept hebben.

Je zingt ook. Drie liedjes, een vast repertoire. Je herhaalt ze vaak en zingt ze meestal na elkaar. Dat gaat dan ongeveer zo: hihihi-hahaha (van ‘ik zag twee beren’) gevolgd door  aaaaaa-a-aaaa (het liedje over de letter A dat je hebt opgepikt op het optreden van Kapitein Winokio, je begint dat trouwens ook altijd te zingen wanneer je een foto van de Kapitein ziet), om dan te eindigen met jaja – jajaja (uit een nummer van K3 dat je broer altijd zingt). Onze kleine muzikant, blijf maar veel zingen en muziek maken!

Je kans soms rare snuiten trekken, alsof je net in een zure citroen hebt gebeten. Ik zei het eerder al, je weet echt heel goed duidelijk te maken hoe je je voelt of wat je wilt zonder woorden te gebruiken.

Je speelt graag met blokjes en speelgoedfiguurtjes en leest heel graag boekjes. Je zegt ‘tuut-a-tuut-a’ wanneer je autootjes laat rijden. In tegenstelling tot jouw broer heb je weinig interesse in het speelkeukentje. Buiten spelen doe je graag en tegenwoordig ben je zelfs niet meer bang van onze kippen. Integendeel, de rollen zijn nu omgekeerd, soms wil je net iets te enthousiast de kippen aaien.

Je wilt veel bij papa of mama zijn, je doet niets liever dan op onze schoot kruipen en je wilt dat we je oppakken wanneer we met iets bezig zijn zodat je kan helpen. We mogen van jou vaak de kamer niet verlaten en als we op stap gaan wil je altijd gedragen worden door mij. En dat met mijn slechte rug! Niet altijd even evident voor ons! Je bent zo fier als een gieter wanneer het dan toch mag, zo lekker bij ons blijven. Zeker wanneer je eens op papa zijn computer mag tokkelen, mee mijn krant mag lezen of het laatste druppeltje van mijn koffie mag opdrinken (je vindt dat blijkbaar lekker).

Je hebt ook een héél uitdagend kantje, ik heb al meermaals ‘slaag’ gekregen van jou (echt!) omdat je duidelijk je grenzen aan het aftasten bent. Als ik dan boos word durf je mij al wel eens gewoon in mijn gezicht uitlachen! Maar de aanhouder wint en ik ben koppig 😉 Achteraf maak je alles altijd weer goed met jouw knuffels en kusjes.

Op vlak van slapen hebben we nog niet te veel te klagen gehad over jou. Ja er waren lastige periodes, vermoeiende weken en maanden, maar ze waren niet zo erg als die met jouw broer! Dus op dat vlak heb je geluk, al besef ik dat ik jullie niet altijd moet vergelijken 🙂

Ik vind jou ook heel stoer, er zijn maar weinig zaken waar je bang van bent en als je je pijn doet geef je amper een kik. Soms doe je een beetje alsof je moet wenen zodat we je zouden knuffelen, je weet dat ik daar niet aan kan weerstaan 😉 .

Kleine man, ik kijk er naar uit om jou de komende weken, maanden, jaren nog beter te leren kennen! Het is een plezier om jou te zien opgroeien 🙂

xxx, van je mama (maar jij mag nog eventjes papa zeggen)