Zelf een zwembad bouwen: waar zijn we aan begonnen?

Deel 2: Plannen, graven & de bodemplaat

Van zodra we hadden beslist om zelf een zwembad te bouwen (zie deel 1) was het al snel duidelijk wat de eerste stap in het bouwproces zou worden: zelf een grote put graven.

Wij wonen in een rijhuis en hadden al een volledig (zelf) aangelegde tuin. Stel dat we daar al een graafmachine in zouden krijgen, dan nog vond ik het idee om een groot stuk tuin plat te laten walsen verschrikkelijk. Om dus toch zelf de controle te kunnen houden en om het allemaal wat betaalbaar te houden besloten we om de zwembadput zelf uit te gaan graven. Gewoon, met een schop en een kruiwagen.
We hadden ons op de bouwbeurs al geïnformeerd bij de zwembadpartner en daar werd ons verteld dat er nog klanten waren die dat hadden gedaan. Het zou dus haalbaar moeten zijn. Meer hadden we niet nodig om er in te vliegen.

Gelukkig is het zwembad dat we voorzien niet al te groot. We hebben maar een smalle tuin, die we niet veel extra meer mogen verharden om vergunningsvrij te kunnen bouwen. We wisten ook uit de ervaring met ons opzetzwembad dat een afmeting van 5 meter op 2,5 meter ruim voldoende is voor ons. Daarin kunnen we met ons vier plonsen op hete dagen, lekker luieren op een luchtmatras en toch ook nog steeds zwemmen met behulp van een zwemrekker. Als diepte kozen we voor 1,5 meter, dat is dan weer wel een stuk dieper dan ons opzetzwembad en geeft toch meer het échte zwembad gevoel.

Op naar het graven dan. Je moet uiteraard steeds méér uitgraven dan de voorziene grootte van het zwembad. Wij moesten 3,5 meter op 6 meter uitgraven en 1,7 meter diep.

Hoe hebben we dat nu gedaan?
De eerste graafwerken deden we tussendoor al wat. We hadden namelijk eerst al die trampolineput die we nog konden opvullen. We legden ook nog een hoop goede grond (de bovenste laag) apart in de tuin om later te hergebruiken voor de nieuwe plantenborders rond het zwembad.
Zo was er alvast een stukje van de uitgegraven grond in onze eigen tuin verwerkt.

Daarna begon het echte werk en lieten we containers komen. We deden de graafwerken tijdens ons verlof in juli. We lieten drie weken na elkaar een container plaatsen voor ons huis (van 10 m3) en vulden die dan telkens in 3 à 4 dagen. De eerste twee containers vulden mijn man en ik gewoon met ons 2 (met hier en daar wat hulp van onze jongens). Dat was zwaar werk maar gaf ook veel voldoening.

Voor het vullen van de laatste container hadden we nog een extra werkkracht (mijn vader). We zijn er toen in geslaagd om de container op twee dagen te vullen.
In die laatste week hadden we een transportband gehuurd om de grond vanuit de put tot in de kruiwagen te krijgen. Dat was nodig omdat we onze oprijlaan nu ook moesten uitgraven.

Uiteindelijk moesten we na die drie containers nog 1 big bag kopen om te vullen met de allerlaatste grond en toen was de put klaar.

Was het zwaar? ja. Zou ik het nog eens doen? ja, toch wel. Ik vond het best leuke dagen, maar ik ben wel blij dat het niet meer nodig is 🙂 Ik ben fier op ons en sta er zelf nog vaak versteld van dat wij dit eigenhandig uitgegraven hebben.

Nu de put gegraven was konden de voorbereidingen beginnen voor de volgende stap: het gieten van een betonplaat.
Daarvoor moesten we eerst ijzernetten, afstandshouders & een grote plastiek bestellen. Onderaan de put legden we een dikke plastic folie, met daarop twee lagen ijzernetten die we aan elkaar en boven elkaar bevestigden.

Dat was meer werk dan we hadden verwacht. Onder meer omdat we de ijzers op maat moesten knippen (met een gigantische, gehuurde kniptang) en alles aan elkaar moesten vlechten met ijzerdraad. We moesten ook duidelijk de hoogte bepalen, tot waar het beton gegoten zou mogen worden. Dat bleek nog niet zo simpel, want door onze afhellende tuin moesten we goed nadenken over de juiste hoogte. Het zwembad kan best het hoogste punt zijn in de tuin, om te vermijden dat al het water steeds naar het bad toe stroomt.
We moesten er ook goed op waken dat er niet teveel hoogteverschillen meer in onze put zaten. Hiervoor gebruikten we een laser om alles mooi af te meten.

Toen was het zover, de betonmixer kwam langs om de bodemplaat te gieten. Dit klusje hebben we laten doen, dat was een uurtje werk voor de professionals .

Ter info als je een put zou laten uitgraven door machines ben je op een halve dag klaar 😀 , je moet dus wel wat tijd hebben voor onze werkwijze ….


Nog geen 24 uur later zijn we dan met de volgende stap gestart: het bouwen van de zwembadmuren. Daarover meer in de volgende aflevering…

Zelf een zwembad bouwen: waar zijn we aan begonnen?

Deel 1: Hoe we op het idee zijn gekomen

Voor ik jullie verder meeneem in mijn ontdekkingsreis door de kunstwereld (zie mijn bericht over Rinus Van de Velde) – en voordat ik zelfs maar extra tijd kan maken voor die nieuwe hobby van mij – moeten we eerst nog een ander projectje afwerken. Een project waar ik het hier graag eens over wil hebben.

Het zit namelijk zo. Wij hebben al een paar jaar een vrij groot opzetzwembad in de tuin. Elke keer als het zwembad in de tuin stond en ik ervan genoot, dacht ik: hoe gek is het eigenlijk dat mensen een écht zwembad bouwen als je voor een fractie van de prijs dit kan zetten en evenveel plezier kan hebben.

Maar gaandeweg begonnen er toch wat nadelen op te vallen:
– elk jaar opnieuw het bad opbouwen en weer afbreken. Vooral dat laatste is écht niet plezant;
– telkens het laddertje op moeten om er in te geraken, waardoor je nooit eens gewoon met de benen in het bad kan bungelen van op de kant;
– als het een slechtweerjaar is, is het de moeite niet om het bad op te zetten waardoor het op de dagen waarop het wel mooi weer is niet beschikbaar is;
– het open- en dichtleggen van het bad vormt een drempel om er in te gaan: alle touwtjes losknopen, zeil eraf halen en dan na het zwemmen weer alles vastknopen.
– ….
Geen grote drama’s maar toch genoeg om al eens te denken ‘een ingebouwd zwembad zou misschien toch gemakkelijker zijn’.

Maar duur!
Het bleef lang bij die gedachte.

Toen kwam er plots een opportuniteit die alles in een stroomversnelling bracht. Wij hadden namelijk al een paar jaar een ingebouwde trampoline achteraan in de tuin en die trampoline was stuk gegaan. Herstellen kon niet meer en een nieuwe zou minstens 1000 euro kosten terwijl onze kinderen er eigenlijk niet veel meer op springen. Dus wij zaten daar met een grote nutteloze put met een kapotte trampoline erboven.

Toen begonnen we te denken: wat als we van die put een zwembad zouden maken? Ik begon mij vrijblijvend wat te verdiepen in aanbieders van doe het zelf zwembaden. Gewoon eens verkennend. Toevallig was er diezelfde week een beurs waarop we zo’n zelfbouw partner konden ontmoeten. Dat deden we en we kregen meteen het gevoel dat zo’n zwembad zelf bouwen nog best wel te doen was en enigszins betaalbaar. Dus … zouden we??

Er is natuurlijk ook nog zoiets als een omgevingsvergunning. Mogen wij wel een zwembad bouwen? Na wat opzoekwerk bleek al snel dat we niet zomaar een zwembad mochten zetten op de plek van de trampoline (te ver in de tuin). Het kon op zich wel maar dan zouden we moeten samenwerken met een architect voor een officiële aanvraag.
Omdat we intussen al zo onze zinnen hadden gezet op dat zwembad (zo ben ik dan, ik had de klik al gemaakt) besloten we om ons idee aan te passen en het zwembad te verplaatsen naar waar al jarenlang ons opzetzwembad staat. Dichter bij ons huis. Daar mochten we namelijk gewoon (na wat extra onthardingen elders in de tuin) vergunningsvrij bouwen. Een deel van de opgegraven grond zouden we dan toch nog kunnen gebruiken om het trampolinegat mee op te vullen. Dan was dat ‘probleem’ ook opgelost.

En zo werd, tot onze eigen verrassing, 2025 het jaar waarin wij – vrij onbezonnen – een zwembad zijn beginnen bouwen.

Ik ga jullie in een paar berichten meenemen in het bouwproces. Weet dat het op dit moment nog steeds niet afgewerkt is, en dat ik dus even benieuwd ben als jullie hoe dit gaat aflopen. Op dit moment zit ik eerlijk gezegd op het punt ‘waar zijn we aan begonnen?’.

In het volgende bericht vertel ik jullie alles over ons zwembadplan en over hoe wij een put hebben gegraven. MET DE HAND. Jawel. Ik sta er zelf nog altijd versteld van dat we dat effectief gedaan hebben 😀

Tot de volgende!

Rinus Van de Velde

Hoe een bezoek aan de Tim Van Laere Gallery mijn liefde voor kunst aanwakkerde

Vorige week vrijdag hadden onze jongens een pedagogische studiedag. Mijn man en ik besloten die dag ook verlof te nemen om nog eens met ons gezin op uitstap te gaan. We deelden de dag op in twee blokken.
In de voormiddag lag de focus op onze tieners. We deden samen een héél toffe escape room in Mechelen -‘Het Geheim van Sint-Rumoldus’- en gingen daarna gezellig lunchen.

In de namiddag koos IK een activiteit. Ik wou heel graag naar de Tim Van Laere Gallery in Antwerpen, waar een tentoonstelling liep van kunstenaar Rinus Van de Velde. Dat stond al lang op mijn verlanglijstje, want ik had nog nooit een werk van hem in het echt gezien.

Dus gingen wij met ons vieren naar Antwerpen. Onze tieners hadden er weinig zin in, maar ze gunden mij toch mijn uitstapje. Ik beloofde hen om het kort te houden, dus het werd een blitzbezoek (helaas).
Maar wat voor een blitzbezoek! Een bezoek dat nu, acht dagen later, nog steeds nazindert.

De werken van Rinus zijn prachtig. Er hing een enorme houtskooltekening die ik heel indrukwekkend vond. Ik ben ook fan van zijn gekleurde tekeningen. Het was ook rustgevend om te zien hoe alle werken dezelfde afmeting hadden en mooi naast elkaar hingen. Al was mijn absolute favoriet een iets groter werk dat op een andere muur hing, een bootje op het water. De kleuren in de werken zijn zo mooi en de teksten boeiend. Ook zijn installaties vond ik héél fijn. Er stond een grote duikboot die ik top vond, met leuke details binnen in. De kleinere werken uit karton die in de zaal stonden vond ik een beetje raar, maar tegelijkertijd ook heel leuk.
In de galerij, tussen de prachtige werken van Rinus, leek plots alles voor mij op zijn plaats te vallen.
De kunst van Rinus maakt mij gelukkig. Echt gelukkig. Het inspireert mij, het wakkert iets aan. Ik wil méér. Nog méér kunst. Ik werd meegesleept in een droomwereld, zijn werken deden mij wegdromen.

Ik ben altijd al graag naar musea gegaan. Zelden bezoek ik een stad zonder minstens één museum binnen te springen. Maar ik voelde nooit de behoefte om mij echt te gaan verdiepen in kunst.
Na dit galerijbezoek ineens wel.

Nog meer dan dat: toen ik die werken van Rinus zag wist ik plots: ik wil kunst KOPEN. Ik wil zo’n werk in huis hebben, er elke dag naar kunnen kijken. Ik zou zo al mijn spaargeld geven voor een Rinus Van de Velde in mijn living. Ik verlang ineens naar échte kunst in huis.

Een paar dagen na ons bezoek zag ik een vacature voor de Tim Van Laere Gallery voorbij komen. Toen begon ik nog meer te dromen.
Hoe fijn zou het zijn om daar te werken, in die mooie ruimte met al die kunst elke dag rond mij? Om contact te leggen met de kunstenaars zelf?

Het deed mij dromen van hoe mijn leven nog zou kunnen zijn.
Wat als ik mijn job zou opzeggen, kunst zou gaan studeren en in een galerij zou gaan werken, waar ik dan Rinus Van de Velde of andere kunstenaars zou leren kennen?
Het zal waarschijnlijk nooit echt gebeuren, maar er gewoon al aan denken geeft me kriebels.

Ik voel een nieuwe passie opborrelen. Allemaal door dat blitzbezoek waarin ik steeds blijer werd, terwijl onze jongens wat verveeld heen en weer wandelden door de galerij, wachtend tot ik klaar was om door te gaan.
(“Hoe lang nog, mama ???”- “Ssst ik wil eerst alle teksten nog lezen” ….. disclaimer: ik heb ze niet allemaal kunnen lezen)

Ik wil iets doen met die kriebels. Erover bloggen is alvast stap 1. Ik heb weer zin om te bloggen.

Ik heb beslist dat mijn 40+ jaren mijn kunstjaren gaan worden. Ik wil alles weten.
Boeken lezen, podcasts beluisteren, musea bezoeken.
Met de focus op hedendaagse kunst.
Dat interesseerde mij vroeger niet zo, maar nu wil ik alleen nog maar dat. Ik wil nieuwe talenten ontdekken, wanneer ze nog betaalbaar zijn, en misschien ooit een écht werk kopen.
Ik wil nog veel meer blije galerijbezoeken meemaken. En wie weet: misschien kan ik na al die opgedane kennis toch echt eens een totaal andere job overwegen. Eentje in een nieuwe wereld: die van de kunst.

Beste kunstkenner:
Boekentips, podcasttips, tentoonstellingen die ik zeker niet mag missen? Stuur ze mij alstublieft door. Ik sta nog maar aan het begin van dit verhaal en ben gretig om bij te leren.
Ik heb al in de plaatselijke bib en in de Standaard Boekhandel de kunstboeken bekeken, maar er was amper iets te vinden.

Oh, en wie mij een Rinus Van de Velde voor een betaalbare prijs wil verkopen: ik sta klaar met mijn spaargeld! (Veel geld is het niet, want al ons spaargeld is net opgegaan aan een ander project…daarover meer in een volgende blog)

Tot de volgende!

Wij gaan naar …. Canada!

Het leukste aan op reis gaan vind ik misschien nog wel de voorbereiding. En dat is exact wat ik deze dagen aan het doen ben, onze volgende reis voorbereiden. Een reis naar Canada, waar we met een camper op twee weken tijd van Calgary naar Vancouver zullen reizen.

Canada stond eerst niet op onze planning voor dit jaar. Ik dacht eerder aan Zweden of Noorwegen maar terwijl ik naar inspiratie voor die landen aan het zoeken was vond ik toch niet helemaal wat ik zocht, de reiskriebel bleef uit.
Canada was de afgelopen maanden ook een paar keer op mijn radar gekomen. Er was het prachtige programma Boris op TV, daarna het programma Down the Road in Canada en ik was op een bepaald moment ook uitgenodigd op een infosessie over reizen naar Canada. Het zaadje was dus geplant en waar ik het dit jaar niet helemaal voelde bij Zweden of Noorwegen kreeg ik ineens wel veel zin in Canada. En je leeft maar één keer, toch? Bovendien word ik eind dit jaar 40 dus dan mag het al eens iets meer zijn 🙂
Mijn gezinsleden kreeg ik al snel overtuigd van mijn Canada plannen-al moet ik er aan toevoegen dat we allemaal heel bang zijn voor eventuele ontmoetingen met beren- en aldus kon het plannen beginnen.

Voor het boeken van verre reizen werk ik graag samen met een reisbureau. De vluchten en de camper zijn dan ook via een bureau geboekt. De eigenlijke invulling van de trip doen we grotendeels zelf.
Het werd ons al snel duidelijk dat als je de toeristische route wil volgen die wij gaan volgen, dat je dan best op voorhand alle campings al boekt want anders zou het wel eens kunnen dat er geen plaats meer is.

Dat boeken van die campings in de nationale parken waar we doorrijden bleek professioneel georganiseerd te zijn. Op een bepaalde dag in januari moesten wij op een bepaald uur klaarzitten voor de boeking. We kwamen in een wachtrij terecht met een dertigduizend mensen voor ons en zagen het al even niet goed meer zitten. Na meer dan een uur wachten konden we eindelijk boeken en oef … we hadden nog plaats. Al konden we niet altijd onze favoriete camping meer kiezen maar we gaan er van uit dat de overige campings ook wel OK zullen zijn. Hier ging dus al heel wat opzoekwerk aan vooraf! We hadden op voorhand een plan gemaakt van welke dagen we graag welke campings wilden boeken. Want eens je in het systeem zit mag je niet te veel meer treuzelen!

Gaan kamperen in Canada heeft dus niet echt iets spontaans. Toch niet op die specifieke route in de drukke maand juli. Maar … ergens vind ik het ook wel geruststellend dat alle campings nu al vastliggen en we daar ter plaatste niet meer mee moeten bezig zijn. Het geeft ons meer tijd om te focussen op de daguitstapjes die we daar kunnen maken en meer tijd om te genieten.

Dit is trouwens de camper die we gehuurd hebben, we huren bij Cruise Canada:

Bron: Cruise Canada

Nu de grote lijnen vastliggen ben ik volop bezig met het uitzoeken van allerlei mogelijke wandelingen, bezienswaardigheden, activiteiten … En ook nog wat praktische zaken zoals: wat moeten we zelf nog voorzien voor in de camper, hoe gaan we op de dagen dat we geen camper hebben van punt A naar punt B geraken, is alle administratie in orde (reispas, visum, internationaal rijbewijs,…) en zo verder.

Nog veel te lezen en te kiezen dus! Canada tips altijd welkom 🙂 Ik deel na onze reis met veel plezier de onze.

Groetjes & tot de volgende!