Verlangen naar Australië

Australië. Ik heb iets met dat land. Al van kinds af aan fascineert het mij. Ik keek ook altijd graag naar allerlei Australische programma’s zoals Skippy the Bush Kangaroo en series zoals Heartbreak High, Home & Away en MasterChef Australia.

Onze huwelijksreis in 2009 ging dan ook naar dit prachtige land. Over die keuze moest ik niet lang nadenken. Bij thuiskomst voelde ik een enorm heimweegevoel – maar dan in de omgekeerde richting. Ik miste Australië zo hard. Anderhalf jaar later reisden we daarom opnieuw naar daar. Alweer een fantastische reis, en het heimweegevoel was gelukkig een pak minder bij thuiskomst. Alsof mijn hoofd nu wist: “Je kan altijd nog eens teruggaan. Laat het los. :-D”

De jaren gingen voorbij, het leven ging voort. Er kwamen twee kinderen, een huis dat verbouwd moest worden en we ontdekten nieuwe plekken in de wereld. We zeiden wel regelmatig tegen onze jongens: “Ooit gaan we samen naar Australië.” Op een bepaald moment plakten we er zelfs een jaartal op: 2028. Dan is er namelijk een volledige zonsverduistering in Australië (in juli). Dat willen we ook graag eens meemaken! In 2026 kan je er trouwens in Europa al eentje zien, maar die past minder goed in onze planning (scoutskamp).

De afgelopen weken keek ik naar The Block Australia (seizoen 2024) en na zoveel afleveringen Australisch gebabbel begon het toch weer te kriebelen. Deze zomer beseften we ook dat volgend jaar het laatste jaar is waarin we ouderschapsverlof kunnen opnemen. Voor zo’n verre reis is wat extra verlof wel mooi meegenomen. Dus… misschien moeten we…??

Bon, de bal ging aan het rollen. Er werd zelfs een reisbureau gecontacteerd. MAAR… er is een probleem (nog los van het feit dat ik geen idee heb of het totaalplaatje betaalbaar zal zijn).

Iemand in onze familie is erg ziek. Iemand die zo belangrijk is dat ik absoluut nooit naar Australië zou willen vertrekken als blijkt dat het dan geen goed idee is. Om welke reden dan ook.

Je zou denken dat je een verzekering kan nemen voor zoiets, maar dat kan niet. Want wij weten nu al dat deze persoon ziek is, en dan kan je dat nooit als reden inroepen voor een annulering. Het risico is te groot voor de verzekeraar.

Met de verzekering komen we er dus niet uit. Wat met het reisbureau? Die hebben helaas zeer oninteressante annuleringsvoorwaarden.

Ik overweeg nu om alles zelf te boeken, met zoveel mogelijk flexibiliteit. Maar eerlijk: dat is voor dit type reis echt een complexe taak. Het gaat om internationale vluchten, vluchten ter plaatse, huurauto’s, kampeersafari’s, uitstappen, hotels op verschillende plaatsen, enzovoort. En dan moet ik eerst het hele traject nog bedenken en uittekenen. En de goedkoopste vluchten vinden. Ik weet gewoon niet waar te beginnen.

Dit was net de reden dat ik met een reisbureau wilde samenwerken: zij zijn specialist en kunnen deze taak makkelijk overnemen. Ik vind dat het ook waard om wat extra voor te betalen. Maar ja… zij kunnen ons dus niet helpen.

Wanneer er iemand in de nabije omgeving plots zo ziek wordt, voelt dat voor mij net als een wake-upcall om juist nu te doen wat we zo graag willen. Niemand weet wat de toekomst brengt.

Het andere uiterste is: onze dromen on hold zetten… maar tot wanneer dan? Ik wil net heel graag al onze reisverhalen nog kunnen delen met deze persoon die ziek is. Niet alleen volgend jaar maar hopelijk ook nog vele jaren daarna. En stel dat het volgend jaar allemaal wel goed gaat… gaan we dan geen spijt hebben in de zomer als we dan niet in Australië zitten?

Ik weet het niet goed. Ik twijfel. Ik weet het echt niet. Ik wacht op een soort super oplossing die plots uit de lucht gaat komen vallen. Intussen voel ik Australië roepen… en als jij, net als ik, zo wordt aangesproken door dit land, dan weet je exact hoe sterk die lokroep kan zijn. When you know, you know.

PS: in één van de volgende berichten ga ik het eens over GELD hebben (hoe spaar je voor een zwembad én een reis naar Australië?). Voor jullie denken dat wij schatrijk zijn…… (spoiler: dat zijn we niet).

Wij gaan naar …. Canada!

Het leukste aan op reis gaan vind ik misschien nog wel de voorbereiding. En dat is exact wat ik deze dagen aan het doen ben, onze volgende reis voorbereiden. Een reis naar Canada, waar we met een camper op twee weken tijd van Calgary naar Vancouver zullen reizen.

Canada stond eerst niet op onze planning voor dit jaar. Ik dacht eerder aan Zweden of Noorwegen maar terwijl ik naar inspiratie voor die landen aan het zoeken was vond ik toch niet helemaal wat ik zocht, de reiskriebel bleef uit.
Canada was de afgelopen maanden ook een paar keer op mijn radar gekomen. Er was het prachtige programma Boris op TV, daarna het programma Down the Road in Canada en ik was op een bepaald moment ook uitgenodigd op een infosessie over reizen naar Canada. Het zaadje was dus geplant en waar ik het dit jaar niet helemaal voelde bij Zweden of Noorwegen kreeg ik ineens wel veel zin in Canada. En je leeft maar één keer, toch? Bovendien word ik eind dit jaar 40 dus dan mag het al eens iets meer zijn 🙂
Mijn gezinsleden kreeg ik al snel overtuigd van mijn Canada plannen-al moet ik er aan toevoegen dat we allemaal heel bang zijn voor eventuele ontmoetingen met beren- en aldus kon het plannen beginnen.

Voor het boeken van verre reizen werk ik graag samen met een reisbureau. De vluchten en de camper zijn dan ook via een bureau geboekt. De eigenlijke invulling van de trip doen we grotendeels zelf.
Het werd ons al snel duidelijk dat als je de toeristische route wil volgen die wij gaan volgen, dat je dan best op voorhand alle campings al boekt want anders zou het wel eens kunnen dat er geen plaats meer is.

Dat boeken van die campings in de nationale parken waar we doorrijden bleek professioneel georganiseerd te zijn. Op een bepaalde dag in januari moesten wij op een bepaald uur klaarzitten voor de boeking. We kwamen in een wachtrij terecht met een dertigduizend mensen voor ons en zagen het al even niet goed meer zitten. Na meer dan een uur wachten konden we eindelijk boeken en oef … we hadden nog plaats. Al konden we niet altijd onze favoriete camping meer kiezen maar we gaan er van uit dat de overige campings ook wel OK zullen zijn. Hier ging dus al heel wat opzoekwerk aan vooraf! We hadden op voorhand een plan gemaakt van welke dagen we graag welke campings wilden boeken. Want eens je in het systeem zit mag je niet te veel meer treuzelen!

Gaan kamperen in Canada heeft dus niet echt iets spontaans. Toch niet op die specifieke route in de drukke maand juli. Maar … ergens vind ik het ook wel geruststellend dat alle campings nu al vastliggen en we daar ter plaatste niet meer mee moeten bezig zijn. Het geeft ons meer tijd om te focussen op de daguitstapjes die we daar kunnen maken en meer tijd om te genieten.

Dit is trouwens de camper die we gehuurd hebben, we huren bij Cruise Canada:

Bron: Cruise Canada

Nu de grote lijnen vastliggen ben ik volop bezig met het uitzoeken van allerlei mogelijke wandelingen, bezienswaardigheden, activiteiten … En ook nog wat praktische zaken zoals: wat moeten we zelf nog voorzien voor in de camper, hoe gaan we op de dagen dat we geen camper hebben van punt A naar punt B geraken, is alle administratie in orde (reispas, visum, internationaal rijbewijs,…) en zo verder.

Nog veel te lezen en te kiezen dus! Canada tips altijd welkom 🙂 Ik deel na onze reis met veel plezier de onze.

Groetjes & tot de volgende!

Onze reis door de USA – deel 3: De Parken

In dit derde en laatste deel van het reisoverzicht vertel ik over onze roadtrip langs de nationale parken en andere bezienswaardigheden. Hou je vast voor een lang bericht …. 🙂

Yosemite


Na ons bezoek aan San Francisco reden we met een huurauto (een ruime witte Dodge Grand Caravan) naar Yosemite National Park.
Onze eerste halte was er Mariposa Grove waar we sequoia’s konden bewonderen. Deze gigantische bomen eens in het echt zien stond al heel lang op mijn bucketlist! En aangezien onze reisroute niet door Sequoia National Park liep was dit een heel mooi alternatief.


De volgende dag reden we naar een geweldig knap uitzichtpunt: Glacier Point, wauw, we waren er echt onder de indruk. Van daaruit hadden we een prachtig zicht op de granietkoepel ‘Half Dome‘.
Na Glacier Point volgde Tunnel View waar we een zicht hadden op de bekende bergwand ‘El Capitan’.
Een paar maanden voor vertrek had ik de documentaire ‘Free Solo gezien over een man die zonder enige bescherming El Capitan heeft beklommen. Als je dan onderaan die rots staat lijkt dit echt te zot voor woorden!
We hielden ook nog even halt bij de waterval ‘Bridalveil‘ waar we tot aan de voet van de waterval konden wandelen.
Het centrum van Yosemite Valley sloegen we over (te druk en te weinig tijd voor) en we reden meteen door naar de prachtige Tioga Pass wat denk ik wel dé mooiste route was die ik ooit al gereden heb. Het landschap veranderde er constant. De bergen waren altijd anders: soms rotsachtig, soms met bomen, soms met sneeuw, dan weer roodkleurig. Vooral het laatste stuk, richting Mono Lake was magnifiek. Onderweg hielden we nog halt bij het uitkijkpunt Olmsted Point en aten we onze picknick op aan het wondermooie Tenaya Lake. Yosemite Park was prachtig!

Bodie


Na onze drukke dag in Yosemite reden we nog even door naar het spookstadje Bodie. Dat bleek veel groter te zijn dan ik verwacht had. We hadden eigenlijk geen tijd genoeg om echt alles te bekijken maar we hebben er toch anderhalf uur kunnen rondlopen en heel wat verlaten huisjes bekeken. Om bij Bodie te geraken moet je een stuk off road rijden, dat was vrij spannend met onze gewone auto. Gelukkig is het allemaal goed verlopen. Bodie is echt de moeite, als je de kans hebt om er eens naartoe te gaan voorzie dan zeker genoeg tijd (minstens een halve dag).

Death Valley


De dag na ons bezoek aan Bodie, reden we naar Las Vegas via Death Valley. Dit was de langste rit van onze reis, in totaal was het ongeveer 7 uur rijden vanaf ons startpunt in Mammoth Lakes.
In Death Valley reden we heel de tijd door temperaturen van 40 graden en meer. We hebben dan ook het grootste deel van onze tijd IN de auto met uitstekende airco doorgebracht. Bij enkele bezienswaardigheden zijn we wel een paar keer kort uitgestapt. Zo zagen we:

– de Devil’s golf course: een uitgestrekte vlakte bedekt met steenzout, waar we ook weer een stuk off road voor moesten rijden. Dat was weer spannend maar ik wou dit toch echt gezien hebben.
Badwater Basin: het laagst gelegen punt van Noord-Amerika en ook het heetste punt van deze rit, het was er 45 graden (en het zou er later die dag nog heter worden)
-de Artist Palette: een kronkelige route doorheen vreemd gekleurde bergen
Zabriskie Point: een uitkijkpunt over een soort van gelig duinlandschap

Death Valley was een prachtig park om door te rijden. Heet! Maar echt heel mooi. Het was ook veel bergachtiger en gevarieerder dan ik op voorhand verwacht had.

Zion


Zion is een heel erg mooi park maar wij hadden er toch een beetje een minder goede dag. Dat kwam vooral omdat het heel warm was (37 graden), wat grote wandelingen maken meteen uitsloot en ook doordat we heel lang op overvolle shuttlebussen moesten zitten om het park te verkennen. We waren dus allemaal wat moe en prikkelbaar.
We besloten uiteindelijk om er een korte wandeling te maken naar Weeping Rock en de rest van het park verkenden we met de shuttlebus en deels ook met onze eigen wagen. Het is er echt heel mooi en er zijn tal van wandelroutes doorheen rivieren en langs hoge toppen maar daar komen we liever nog eens voor terug buiten het hoogseizoen.

Logeertip: De Zion Mountain Ranch waar we een heerlijke tijd beleefd hebben. Zorg er wel voor dat je een huisje huurt aan de kant van de weg waar het restaurant ligt, dat zijn de beste huisjes. Wij kwamen er in een heel groot huis terecht waar we ’s avonds van op één van onze balkons konden kijken naar de zonsondergang boven grazende bizons in de weide. We sliepen er twee nachten, de ene dag bezochten we Zion, de volgende dag Bryce Canyon.

Bryce Canyon



Bryce Canyon was voor mij persoonlijk 1 van de hoogtepunten van deze reis. Het is een heel aangenaam park om in te vertoeven en wondermooi. Het voelde er ook een pak minder druk dan in alle vorige parken. We maakten er een prachtige wandeling, de ‘Queen’s Garden Trail’, die afdaalt in de canyon. De klim terug naar boven was best nog wel pittig maar onze jongens deden het zonder zeuren.


Er liggen verder ook verschillende met de auto bereikbare uitkijkpunten in het park, het ene nog mooier dan het andere. Ik was echt onder de indruk! En het was er een aangename 27 graden, een pak beter dan in Zion waardoor we er echt ten volle van konden genieten.

Glen Canyon Dam


Na een laatste overheerlijke ontbijt in het restaurant van de Zion Mountain Ranch reden we naar Page. Onderweg reden we voorbij de Glen Canyon Dam. Indrukwekkend! Er was daar ook een interessant visitor center waar we heel wat bijleerden over de werking van deze dam.

Horseshoe Bend



In Page ligt er nog iets anders mega indrukwekkends: Horseshoe Bend. Een hoefijzervormige meander van de Colorado Rivier. Het is een korte wandeling om tot aan het uitzichtpunt te geraken, met in het teruggaan best nog een stevige klim terug naar boven en daarom is het ook af te raden om dit op het heetste moment van de dag te bezoeken. Wij gingen er ’s avonds naartoe en dat bleek een ideaal moment te zijn. Ook dit was voor mij één van de hoogtepunten van de reis. Het was adembenemend mooi, ik kon er wel naar blijven kijken. Het is zo één van die dingen die je in het echt moet zien want op foto zegt het toch net iets minder.
Aan het uitkijkpunt zaten ook tal van toeristen die de meest spectaculaire foto’s probeerden te maken op de rand van de afgrond. Echt gekkenwerk soms, dan stonden ze daar op hun sletsen vlak naast de afgrond, soms met kinderen erbij en al. Dat was trouwens niet het eerste park waar we zo’n taferelen zagen en we zouden het nog veel meer zien. Alles voor de foto zeker!? Ik heb zelf hoogtevrees dus ik was blij dat ik ook van achter een omheining veilig foto’s kon nemen 🙂

Antelope Canyon


Vanuit Page was het ook maar een korte rit naar Upper Antelope Canyon, een kloof met verticale wanden waar we spectaculaire foto’s konden maken. De Canyon is enkel met een gids te bezoeken en de kloof zit dan ook constant vol groepen toeristen met gids. Je moet er wel wat doorheen kunnen kijken door al dat volk!
Op een bepaald moment scheen de gids met zijn zaklamp op de muur en zei ‘je kan best de kinderen goed in de gaten houden want op deze wanden zitten zwarte weduwen. Kijk hier zit er één, en daar zit er nog één, en daar nog één …’. Slik! De rest van de wandeling probeerden we zo ver mogelijk van de wanden te blijven!

Grand Canyon


De Grand Canyon wou ik al zien van sinds ik een jaar of veertien was. Eindelijk, twintig jaar later, was het zo ver en de canyon stelde gelukkig niet teleur. We bezochten de South Rim en het was er écht ‘grand‘. Zo groot dat je het amper kan vatten. Adembenemend. We stopten bij een aantal uitkijkpunten met onze wagen, Lipan Point was daar onze favoriet. Daarna namen we een shuttlebus naar nog een paar andere uitkijkpunten. Het weer was wat onweerachtig toen wij er waren en dat zorgde voor spectaculaire zichten met grote regenwolken en bliksemschichten in de verte. We wandelden zelf ook een paar stukken langs de rim en ook dat is zeker de moeite om eens te doen. Een must-see!

Logeertip: Under Canvas Grand Canyon , op een half uurtje rijden van de Grand Canyon kan je er heerlijk slapen in een luxe tent. Bovendien kan je er ook superlekker eten aan schappelijke prijzen. We hadden spijt dat we er maar 1 nacht logeerden! ‘ s avonds konden we er marshmallows roosteren boven een kampvuur en ’s nachts hoorden we er coyotes huilen. Het is ook een prachtige plek om de sterrenhemel te bewonderen.

Joshua Tree Park


We reden door Joshua Tree Park op onze route van Lake Havasu naar Palm Springs. Lake Havasu was een tussenstop na de Grand Canyon die we maar niets vonden. We bezochten die dag wel nog Bearizona wat best een leuk park was met, zoals de naam al verklapt, heel veel beren. In Lake Havasu was het 45 graden dus Joshua Tree Park was een welkome verfrissing met zijn 30 graden.
Het park was alweer iets helemaal anders dan alles wat we al gezien hadden. Iets minder spectaculair maar zeker ook de moeite. We stopten in het park bij Skull Rock, zagen alweer een fantastisch uitzicht aan Key View en genoten van het landschap vol gekke cactusbomen en vreemde rotsen.

De kabelbaan in Palm Springs



Deze krijgt even een aparte vermelding. Na Joshua Tree Park kwamen we in Palm Springs waar het alweer 45 graden was. Dat is dus echt superheet! Na het avondeten besloten we om er nog een attractie uit te proberen, een kabelbaan naar boven op een berg waar het een veel frissere 20 graden zou zijn. Die kabelbaan bleek veel specialer dan ik verwacht had, het had een draaiend platform waardoor je dus het uitzicht van alle kanten kon bewonderen. Het was ook veel hoger dan ik verwacht had en het was bij momenten zelfs magisch. In het terug naar beneden gaan (waar we wel lang voor moesten aanschuiven) was het al donker en zagen we alle lichtjes beneden in de stad. Zo mooi! Bovendien speelde er muziek in de cabine en iedereen begon de liedjes mee te zingen!?. Dat was echt een onverwacht fijne afsluiter van die dag.

Na Palm Springs reden we naar LA en toen zat onze reis er op. Met KLM vlogen we terug naar Schiphol waarna we weer naar België reden met onze eigen wagen.

Het was echt zo’n mooie reis en superfijn ook om met kinderen te maken! Want dat is ons allemaal echt goed meegevallen. We hadden wel een paar voorzorgen genomen zoals:
– veel entertainment voorzien voor onderweg in de auto (Ipad, DVD speler). Niet ideaal misschien maar het heeft ons hele rustige ritten opgeleverd
– ik had op voorhand voor hen een boekje gemaakt met daarin onze reisroute en tal van foto’s van zaken die we onderweg zouden tegenkomen en hoe onze hotels eruit zagen. Dat namen ze af en toe eens vast en het zorgde ervoor dat ze meer betrokken waren bij de reis zelf.
– verder zorgden we voor genoeg afwisseling met elke dag toch altijd minstens 1 iets dat zij écht leuk vonden: in het zwembad gaan zwemmen, een ijsje eten, een dierentuin bezoeken, naar een pretpark gaan, in een tent slapen, dieren knuffelen op de ranch, de kabelbaan nemen etc …. Als je aan hen vraagt wat voor hun het hoogtepunt van de reis was dan krijg je ook deze zaken als antwoord.

En dan kunnen we nu beginnen dromen van een volgend avontuur ….

 

Onze reis door de USA – deel 2: De Steden

In dit tweede deel van ons reisoverzicht vertel ik graag wat meer over de steden die we op onze reis verkend hebben. We bezochten er drie: San Francisco, Las Vegas en Los Angeles.

San Francisco


San Francisco is een toffe stad, met een aangename vibe maar je weet wel best op voorhand dat er in de straten van San Francisco veel dakloze mensen leven. We waren hier voor ‘gewaarschuwd’ en keken dus niet raar op maar onze jongens stelden zich hier wel (terecht) veel vragen bij.

We verbleven drie nachten en twee volledige dagen in deze stad.
Op de eerste dag namen we een ‘Hop on Hop off’ bus om de stad te verkennen. Onze eerste halte was het Science Museum dat de jongens héél leuk vonden. Er was een aquarium, een planetarium, een regenwoud met vlindertuin en we konden er de grote aardbeving van San Francisco herbeleven. Al was dat laatste wel een beetje eng voor onze oudste zoon die zich de rest van de dag zorgen maakte over mogelijke aardbevingen.
Onze volgende halte was de beroemde Golden Gate Bridge. Prachtig!

We reden over de brug en zagen naast ons in het water de gevangenis Alcatraz liggen. Aan de overkant van de brug namen we heel wat foto’s en daarna reden we terug de stad in. Daar was onze volgende halte: Lombard Street. Een bekende weg met haarspeldbochten.

De busstop waar we waren afgestapt lag aan de ‘achterkant’ van Lombard Street waardoor we zelf eerst een serieuze klim naar boven moesten maken langs een hele steile straat. Aan de top begon dan Lombard Street waarlangs we terug naar beneden konden wandelden.
Onze laatste busstop waren de ‘Painted Ladies‘, bekend van in Full House waar ik vroeger altijd naar keek. Die moest ik echt gezien hebben!


De volgende ochtend namen we de boot naar Alcatraz, een eiland met een niet langer in gebruik zijnde gevangenis. Onder meer Al Capone zat er ooit gevangen.
De tickets hadden we lang op voorhand geboekt zodat we met de eerste boot mee konden, het minst drukke moment op Alcatraz.
Ter plaatste volgden we een audio tour waarbij we konden kiezen voor een Nederlandstalige uitleg. Hierdoor konden onze jongens ook alles verstaan en dat vond vooral onze 7-jarige fantastisch. De tour doorheen de gevangenis is een echte aanrader!


Na Alcatraz aten we nog een heerlijke, typische, ‘clam chowder’ aan Fisherman’s Warf (waar we ook zeeleeuwen zagen!). We stopten ook nog even bij het Museum of 3D Illusions waar we een heleboel gekke foto’s namen. Daarna namen we de bekende Cable Car terug naar Union Square en ons hotel.


Zo hebben we op twee dagen tijd toch echt een heel goed beeld van de stad gekregen!

Adressen:

Ons hotel: Hotel Spero
Lekker ontbijten deden we in de ‘Taylor Street Coffee Shop
Lekker dineren deden we in ‘Tratto
Voor de busrit door de stad kozen we voor ‘Big Bus Tours

Las Vegas


Las Vegas. Ik moet bekennen: het was even wennen. Het was er warm (42 graden), het was er druk, de casino’s waren echt overal en we hadden al snel door dat het niet meteen de perfecte plaats was voor een vakantie met kinderen. Gelukkig waren we er maar 1 dag.
We wandelden die dag een beetje op de Strip. Hotel in en uit, casino in en uit, airco in en uit.
We gokten een heel klein beetje in het casino van ons hotel (en verloren al onze inzet, wat had je nu gedacht). Dat gokken moest trouwens zonder de kinderen gebeuren want zij mochten niet stilstaan in de casino’s.
We amuseerden ons met de vele snufjes in onze hotelkamer, de kamer zat vol domotica.
We zagen ’s avonds op straat dansende fonteinen en een vulkaanuitbarsting. We aten onze buiken rond aan hotel buffetten.
We probeerden te zwemmen in het zwembad van ons hotel maar dat zat zo vol met alcoholdrinkende en feestende volwassenen dat het niet echt een succes te noemen was.

Onze conclusie: Las Vegas, het was leuk om eens gezien te hebben maar na die ene keer hebben we het er ook wel echt gezien. Als we toch nog eens naar daar zouden moeten gaan om weet ik veel welke reden dan ook, dan weten we al dat we dit het liefst zonder kinderen zouden doen zodat we dan eens echt helemaal in de Vegas sfeer kunnen duiken en bijvoorbeeld ook eens naar één van de vele shows gaan kijken ’s avonds.

Adressen:

Ons hotel: Aria – een heel knap en modern hotel
Uitgeteste en goed bevonden hotel buffetten: het hotelbuffet in Aria (kinderen gratis!) en de Wicked Spoon in The Cosmopolitan (wel vrij prijzig).

Los Angeles


Los Angeles was een stad die ik eigenlijk eerst niet wou opnemen in onze reisroute. Ik had namelijk al van iedereen gehoord dat het daar nogal tegenviel. Het werd uiteindelijk toch de laatste halte van onze reis omdat we nu eenmaal van daaruit een rechtstreekse vlucht (naar Schiphol) konden nemen én omdat we dan konden eindigen met een pretpark wat de perfecte afsluiter bleek te zijn van onze reis.

Er zijn heel wat pretparken in LA maar wij kozen voor Universal Studios omdat dit een mooie combinatie was van een typisch stukje LA (filmstudio’s en decors) en een pretpark. Een ticket voor Universal Studios is helaas wel heel duur, voor ons 4 betaalden wij iets van een 450 euro. Slik.
Gelukkig was er net een actie lopende waarbij we twee dagen toegang kregen voor de prijs van 1 dag.
Zo hebben wij uiteindelijk 1,5 dag in Universal Studios doorgebracht. We deden er onder meer de Studio Tour (twee keer zelfs). Een tour van een uur doorheen allerlei decors uit bekende films met onderweg ook heel wat spectaculaire special effects.
We ontdekten in het park ook een hele Harry Potter stad en werden kotsmisselijk op de attractie in het Zweinstein kasteel (maar vonden het toch kei hard de moeite!).


De allerbeste attractie vonden we die van Jurassic Park. Deze was misschien wel een beetje té griezelig bij momenten voor onze 5-jarige maar toch echt de moeite.
Eén groot nadeel van het park: het was er heel erg druk en vaak moest er overdreven lang aangeschoven worden (2 tot zelfs 3 uur). Gelukkig vielen de wachttijden voor de attracties die onze jongens wilden doen nog mee. Op een bepaald moment ontdekten we ook het systeem van ‘single rider’ en ‘child switch’ zodat de man en ik de grotere attracties met lange wachttijd via een véél kortere rij gewoon om de beurt konden doen, terwijl de andere telkens met de kinderen in een wachtruimte kon wachten.
We zagen ook drie shows in het park waarvan de meest spectaculaire ‘Waterworld‘ was.
Met onze zakken vol Minions souvenirs verlieten we uiteindelijk het park.

In LA zagen we verder niet zo veel, omdat de stad ons toch nog altijd niet echt kon boeien. We zagen wel het Hollywood Sign en zagen vanuit de auto op een bepaald moment ook de bekende sterren in de straatstenen van de Walk of Fame. 

Al bij al had ik wel een veel beter gevoel dan verwacht bij LA, er hing een aangename sfeer in de stad en we zijn er door een paar zeer mooie wijken gereden.
Maar aangezien dit de laatste dagen van onze reis waren was het ook eens fijn om lekker rustig aan het zwembad van ons hotel te liggen en niet meer heel de tijd in de auto te kruipen om alweer iets te gaan bezoeken.

Adressen:

Ons hotel: The Garland – heel aangenaam hotel vlakbij Universal Studios. Er rijdt dagelijks een gratis shuttlebus van het hotel naar het park.
Lekker ontbijten, lunchen en dineren deden we in het restaurant van ons hotel The Front Yard

Dit waren alle steden van onze reis. Drie echt TOTAAL verschillende steden en alle drie op hun eigen manier eens de moeite waard om gezien te hebben.

In het derde deel van deze reeks neem ik jullie mee op de rest van onze reis doorheen de natuur, wat uiteindelijk toch dé hoofdreden voor ons was om naar de USA te trekken ….