Verlangen naar Australië

Australië. Ik heb iets met dat land. Al van kinds af aan fascineert het mij. Ik keek ook altijd graag naar allerlei Australische programma’s zoals Skippy the Bush Kangaroo en series zoals Heartbreak High, Home & Away en MasterChef Australia.

Onze huwelijksreis in 2009 ging dan ook naar dit prachtige land. Over die keuze moest ik niet lang nadenken. Bij thuiskomst voelde ik een enorm heimweegevoel – maar dan in de omgekeerde richting. Ik miste Australië zo hard. Anderhalf jaar later reisden we daarom opnieuw naar daar. Alweer een fantastische reis, en het heimweegevoel was gelukkig een pak minder bij thuiskomst. Alsof mijn hoofd nu wist: “Je kan altijd nog eens teruggaan. Laat het los. :-D”

De jaren gingen voorbij, het leven ging voort. Er kwamen twee kinderen, een huis dat verbouwd moest worden en we ontdekten nieuwe plekken in de wereld. We zeiden wel regelmatig tegen onze jongens: “Ooit gaan we samen naar Australië.” Op een bepaald moment plakten we er zelfs een jaartal op: 2028. Dan is er namelijk een volledige zonsverduistering in Australië (in juli). Dat willen we ook graag eens meemaken! In 2026 kan je er trouwens in Europa al eentje zien, maar die past minder goed in onze planning (scoutskamp).

De afgelopen weken keek ik naar The Block Australia (seizoen 2024) en na zoveel afleveringen Australisch gebabbel begon het toch weer te kriebelen. Deze zomer beseften we ook dat volgend jaar het laatste jaar is waarin we ouderschapsverlof kunnen opnemen. Voor zo’n verre reis is wat extra verlof wel mooi meegenomen. Dus… misschien moeten we…??

Bon, de bal ging aan het rollen. Er werd zelfs een reisbureau gecontacteerd. MAAR… er is een probleem (nog los van het feit dat ik geen idee heb of het totaalplaatje betaalbaar zal zijn).

Iemand in onze familie is erg ziek. Iemand die zo belangrijk is dat ik absoluut nooit naar Australië zou willen vertrekken als blijkt dat het dan geen goed idee is. Om welke reden dan ook.

Je zou denken dat je een verzekering kan nemen voor zoiets, maar dat kan niet. Want wij weten nu al dat deze persoon ziek is, en dan kan je dat nooit als reden inroepen voor een annulering. Het risico is te groot voor de verzekeraar.

Met de verzekering komen we er dus niet uit. Wat met het reisbureau? Die hebben helaas zeer oninteressante annuleringsvoorwaarden.

Ik overweeg nu om alles zelf te boeken, met zoveel mogelijk flexibiliteit. Maar eerlijk: dat is voor dit type reis echt een complexe taak. Het gaat om internationale vluchten, vluchten ter plaatse, huurauto’s, kampeersafari’s, uitstappen, hotels op verschillende plaatsen, enzovoort. En dan moet ik eerst het hele traject nog bedenken en uittekenen. En de goedkoopste vluchten vinden. Ik weet gewoon niet waar te beginnen.

Dit was net de reden dat ik met een reisbureau wilde samenwerken: zij zijn specialist en kunnen deze taak makkelijk overnemen. Ik vind dat het ook waard om wat extra voor te betalen. Maar ja… zij kunnen ons dus niet helpen.

Wanneer er iemand in de nabije omgeving plots zo ziek wordt, voelt dat voor mij net als een wake-upcall om juist nu te doen wat we zo graag willen. Niemand weet wat de toekomst brengt.

Het andere uiterste is: onze dromen on hold zetten… maar tot wanneer dan? Ik wil net heel graag al onze reisverhalen nog kunnen delen met deze persoon die ziek is. Niet alleen volgend jaar maar hopelijk ook nog vele jaren daarna. En stel dat het volgend jaar allemaal wel goed gaat… gaan we dan geen spijt hebben in de zomer als we dan niet in Australië zitten?

Ik weet het niet goed. Ik twijfel. Ik weet het echt niet. Ik wacht op een soort super oplossing die plots uit de lucht gaat komen vallen. Intussen voel ik Australië roepen… en als jij, net als ik, zo wordt aangesproken door dit land, dan weet je exact hoe sterk die lokroep kan zijn. When you know, you know.

PS: in één van de volgende berichten ga ik het eens over GELD hebben (hoe spaar je voor een zwembad én een reis naar Australië?). Voor jullie denken dat wij schatrijk zijn…… (spoiler: dat zijn we niet).

Zelf een zwembad bouwen: waar zijn we aan begonnen?

Deel 3: Opbouw van de muren en een klein drama …

Nadat de betonplaat werd gegoten (zie deel 2) konden we starten met het bouwen van de zwembadmuren.

Je kan allerlei soorten muren bouwen, maar wij hebben er voor gekozen om te gaan werken met blokken uit polystyreen. Dat zijn hele lichte, holle bouwblokken die je makkelijk op elkaar kunt stapelen en die dan achteraf gevuld worden met beton.

De blokken krijgen horizontale en verticale wapening. Dit wil zeggen dat er verticale betonijzers in de bodemplaat worden geplaatst waarover de bouwblokken worden geschoven en dat er tussen elke rij bouwblokken ook nog eens horizontale betonijzers worden gelegd. De wapening wordt aan elkaar gevlochten met ijzerdraad. Dit klusje is echt heel makkelijk zelf uit te voeren.

Op voorhand moesten we nadenken of we een plage, een trap, een inbouwrolluik of dergelijke wilden voorzien in ons zwembad. Want ook deze muren moesten dan nu gebouwd worden.
Wij kozen ervoor om een vaste trap te voorzien en een smalle ligbank. Geen inbouw- of opbouwrolluik want dat kon ons budget niet aan (5.000 à 10.000 euro moet je hier toch voor rekenen). We gaan (voorlopig?) voor een gewoon handmatig op te rollen afdekzeil. Dit is véél goedkoper en lijkt mij nog wel oké voor ons kleine zwembad. Uiteraard is een ingebouwd rolluik wel het mooist.

Ook moest er nagedacht worden over het plaatsen van de skimmer, inspuiters en eventuele zwembadverlichting. Bij ons staat de skimmer op de korte zijde boven de plage en aan de zijde recht tegenover de skimmer komen drie inspuiters. Langs de lange zijde van het zwembad hebben we twee lampen voorzien. Al die zaken werden meteen mee ingewerkt door de nodige openingen in de blokken te zagen.

Na het bouwen van de muren – wat we op een paar avonden deden- konden we starten aan de voorbereidingen voor het opvullen van de muren. Hiervoor moesten de muren gestut worden. Dat was nog een hele klus. We hebben zoveel als mogelijk gestut, enerzijds met geleende stutten van de zwembadpartner en anderzijds met al het hout dat we nog hadden liggen, zoals pallets en lange balken.

Eind augustus was het dan zover. De betonman kwam langs om onze muren op te vullen met beton. Een toch wel spannend werkje. Het was heel hard duimen dat onze stutten het zouden houden.

Helaas, helaas …. er liep toch iets mis.

Op een bepaald moment sprong er een polystyreenblok stuk. En in no time vloog al het beton langs het ontstane gat naar buiten. Gelukkig voor ons was het gat niet aan de binnenkant van het zwembad.
Meteen was het alle hens aan dek. De betonpomp werd stilgelegd, extra stutten werden geplaatst en na heel veel stress en paniek (aan onze kant … de betonmensen bleven er gelukkig wél kalm onder) kon er verder gegoten worden.
Onze muren zijn niet perfect: er zit een beetje een bult in die ene muur waar het is misgelopen maar al bij al liep alles toch nog goed af.

Daarna was er wel héél veel onvoorzien kuiswerk. Beton op allerlei plaatsen weer afkuisen zorgde voor een paar uur extra werk. Een paar dagen later onze stutten weer weghalen uit een hoop beton die daar niet hoorde te liggen was ook geen lachertje (die zaten dus vast verankerd….).
Ik moet zeggen dat we toch wel even moesten bekomen van dit hele muren opvullen gedeelte. Gelukkig hadden we die tijd ook want de gegoten beton moest nu een paar weken uitharden.

Helemaal stil zitten deden we echter niet. Nu de muren er stonden konden we aan de technieken beginnen. Meer hierover in een volgend bericht!

Zelf een zwembad bouwen: waar zijn we aan begonnen?

Deel 2: Plannen, graven & de bodemplaat

Van zodra we hadden beslist om zelf een zwembad te bouwen (zie deel 1) was het al snel duidelijk wat de eerste stap in het bouwproces zou worden: zelf een grote put graven.

Wij wonen in een rijhuis en hadden al een volledig (zelf) aangelegde tuin. Stel dat we daar al een graafmachine in zouden krijgen, dan nog vond ik het idee om een groot stuk tuin plat te laten walsen verschrikkelijk. Om dus toch zelf de controle te kunnen houden en om het allemaal wat betaalbaar te houden besloten we om de zwembadput zelf uit te gaan graven. Gewoon, met een schop en een kruiwagen.
We hadden ons op de bouwbeurs al geïnformeerd bij de zwembadpartner en daar werd ons verteld dat er nog klanten waren die dat hadden gedaan. Het zou dus haalbaar moeten zijn. Meer hadden we niet nodig om er in te vliegen.

Gelukkig is het zwembad dat we voorzien niet al te groot. We hebben maar een smalle tuin, die we niet veel extra meer mogen verharden om vergunningsvrij te kunnen bouwen. We wisten ook uit de ervaring met ons opzetzwembad dat een afmeting van 5 meter op 2,5 meter ruim voldoende is voor ons. Daarin kunnen we met ons vier plonsen op hete dagen, lekker luieren op een luchtmatras en toch ook nog steeds zwemmen met behulp van een zwemrekker. Als diepte kozen we voor 1,5 meter, dat is dan weer wel een stuk dieper dan ons opzetzwembad en geeft toch meer het échte zwembad gevoel.

Op naar het graven dan. Je moet uiteraard steeds méér uitgraven dan de voorziene grootte van het zwembad. Wij moesten 3,5 meter op 6 meter uitgraven en 1,7 meter diep.

Hoe hebben we dat nu gedaan?
De eerste graafwerken deden we tussendoor al wat. We hadden namelijk eerst al die trampolineput die we nog konden opvullen. We legden ook nog een hoop goede grond (de bovenste laag) apart in de tuin om later te hergebruiken voor de nieuwe plantenborders rond het zwembad.
Zo was er alvast een stukje van de uitgegraven grond in onze eigen tuin verwerkt.

Daarna begon het echte werk en lieten we containers komen. We deden de graafwerken tijdens ons verlof in juli. We lieten drie weken na elkaar een container plaatsen voor ons huis (van 10 m3) en vulden die dan telkens in 3 à 4 dagen. De eerste twee containers vulden mijn man en ik gewoon met ons 2 (met hier en daar wat hulp van onze jongens). Dat was zwaar werk maar gaf ook veel voldoening.

Voor het vullen van de laatste container hadden we nog een extra werkkracht (mijn vader). We zijn er toen in geslaagd om de container op twee dagen te vullen.
In die laatste week hadden we een transportband gehuurd om de grond vanuit de put tot in de kruiwagen te krijgen. Dat was nodig omdat we onze oprijlaan nu ook moesten uitgraven.

Uiteindelijk moesten we na die drie containers nog 1 big bag kopen om te vullen met de allerlaatste grond en toen was de put klaar.

Was het zwaar? ja. Zou ik het nog eens doen? ja, toch wel. Ik vond het best leuke dagen, maar ik ben wel blij dat het niet meer nodig is 🙂 Ik ben fier op ons en sta er zelf nog vaak versteld van dat wij dit eigenhandig uitgegraven hebben.

Nu de put gegraven was konden de voorbereidingen beginnen voor de volgende stap: het gieten van een betonplaat.
Daarvoor moesten we eerst ijzernetten, afstandshouders & een grote plastiek bestellen. Onderaan de put legden we een dikke plastic folie, met daarop twee lagen ijzernetten die we aan elkaar en boven elkaar bevestigden.

Dat was meer werk dan we hadden verwacht. Onder meer omdat we de ijzers op maat moesten knippen (met een gigantische, gehuurde kniptang) en alles aan elkaar moesten vlechten met ijzerdraad. We moesten ook duidelijk de hoogte bepalen, tot waar het beton gegoten zou mogen worden. Dat bleek nog niet zo simpel, want door onze afhellende tuin moesten we goed nadenken over de juiste hoogte. Het zwembad kan best het hoogste punt zijn in de tuin, om te vermijden dat al het water steeds naar het bad toe stroomt.
We moesten er ook goed op waken dat er niet teveel hoogteverschillen meer in onze put zaten. Hiervoor gebruikten we een laser om alles mooi af te meten.

Toen was het zover, de betonmixer kwam langs om de bodemplaat te gieten. Dit klusje hebben we laten doen, dat was een uurtje werk voor de professionals .

Ter info als je een put zou laten uitgraven door machines ben je op een halve dag klaar 😀 , je moet dus wel wat tijd hebben voor onze werkwijze ….


Nog geen 24 uur later zijn we dan met de volgende stap gestart: het bouwen van de zwembadmuren. Daarover meer in de volgende aflevering…

Zelf een zwembad bouwen: waar zijn we aan begonnen?

Deel 1: Hoe we op het idee zijn gekomen

Voor ik jullie verder meeneem in mijn ontdekkingsreis door de kunstwereld (zie mijn bericht over Rinus Van de Velde) – en voordat ik zelfs maar extra tijd kan maken voor die nieuwe hobby van mij – moeten we eerst nog een ander projectje afwerken. Een project waar ik het hier graag eens over wil hebben.

Het zit namelijk zo. Wij hebben al een paar jaar een vrij groot opzetzwembad in de tuin. Elke keer als het zwembad in de tuin stond en ik ervan genoot, dacht ik: hoe gek is het eigenlijk dat mensen een écht zwembad bouwen als je voor een fractie van de prijs dit kan zetten en evenveel plezier kan hebben.

Maar gaandeweg begonnen er toch wat nadelen op te vallen:
– elk jaar opnieuw het bad opbouwen en weer afbreken. Vooral dat laatste is écht niet plezant;
– telkens het laddertje op moeten om er in te geraken, waardoor je nooit eens gewoon met de benen in het bad kan bungelen van op de kant;
– als het een slechtweerjaar is, is het de moeite niet om het bad op te zetten waardoor het op de dagen waarop het wel mooi weer is niet beschikbaar is;
– het open- en dichtleggen van het bad vormt een drempel om er in te gaan: alle touwtjes losknopen, zeil eraf halen en dan na het zwemmen weer alles vastknopen.
– ….
Geen grote drama’s maar toch genoeg om al eens te denken ‘een ingebouwd zwembad zou misschien toch gemakkelijker zijn’.

Maar duur!
Het bleef lang bij die gedachte.

Toen kwam er plots een opportuniteit die alles in een stroomversnelling bracht. Wij hadden namelijk al een paar jaar een ingebouwde trampoline achteraan in de tuin en die trampoline was stuk gegaan. Herstellen kon niet meer en een nieuwe zou minstens 1000 euro kosten terwijl onze kinderen er eigenlijk niet veel meer op springen. Dus wij zaten daar met een grote nutteloze put met een kapotte trampoline erboven.

Toen begonnen we te denken: wat als we van die put een zwembad zouden maken? Ik begon mij vrijblijvend wat te verdiepen in aanbieders van doe het zelf zwembaden. Gewoon eens verkennend. Toevallig was er diezelfde week een beurs waarop we zo’n zelfbouw partner konden ontmoeten. Dat deden we en we kregen meteen het gevoel dat zo’n zwembad zelf bouwen nog best wel te doen was en enigszins betaalbaar. Dus … zouden we??

Er is natuurlijk ook nog zoiets als een omgevingsvergunning. Mogen wij wel een zwembad bouwen? Na wat opzoekwerk bleek al snel dat we niet zomaar een zwembad mochten zetten op de plek van de trampoline (te ver in de tuin). Het kon op zich wel maar dan zouden we moeten samenwerken met een architect voor een officiële aanvraag.
Omdat we intussen al zo onze zinnen hadden gezet op dat zwembad (zo ben ik dan, ik had de klik al gemaakt) besloten we om ons idee aan te passen en het zwembad te verplaatsen naar waar al jarenlang ons opzetzwembad staat. Dichter bij ons huis. Daar mochten we namelijk gewoon (na wat extra onthardingen elders in de tuin) vergunningsvrij bouwen. Een deel van de opgegraven grond zouden we dan toch nog kunnen gebruiken om het trampolinegat mee op te vullen. Dan was dat ‘probleem’ ook opgelost.

En zo werd, tot onze eigen verrassing, 2025 het jaar waarin wij – vrij onbezonnen – een zwembad zijn beginnen bouwen.

Ik ga jullie in een paar berichten meenemen in het bouwproces. Weet dat het op dit moment nog steeds niet afgewerkt is, en dat ik dus even benieuwd ben als jullie hoe dit gaat aflopen. Op dit moment zit ik eerlijk gezegd op het punt ‘waar zijn we aan begonnen?’.

In het volgende bericht vertel ik jullie alles over ons zwembadplan en over hoe wij een put hebben gegraven. MET DE HAND. Jawel. Ik sta er zelf nog altijd versteld van dat we dat effectief gedaan hebben 😀

Tot de volgende!