Wij zijn sinds vorige week weer thuis na een fantastisch avontuur: een roadtrip door het Westen van de USA. Van San Francisco reden we naar Los Angeles via een hele lange omweg en tal van nationale parken. In de komende blogberichten zal ik wat meer vertellen over de reis zelf. Starten doe ik echter met een bericht over een aantal zaken die mij daar in de States zijn opgevallen:

  • Over het autorijden in de VS:
    • Met de auto door de VS rijden is heel gemakkelijk. Het is er bijna overal rustig, er zijn weinig tot geen files (uitgezonderd in LA), de banen zijn breed, de parkeerplaatsen ruim en de routes zijn niet al te ingewikkeld (veel rechte banen). Alleen in de steden rijden was iets uitdagender maar zelfs dat verliep allemaal heel vlot. Zelfs ik, die niet graag met de auto rij, reed meerdere keren op onze reis, met veel plezier zelfs.
    • Wat mij onderweg opviel was dat de politie ginds regelmatig iemand van de baan haalt om te bekeuren. Net zoals in de films. Toch opvallend want hier zie je dat niet zo vaak bij personenwagens. Op onze reis heb ik zeker tien keer iemand langs de kant zien staan die het mocht uitleggen aan de sheriff.
    • Er zijn een paar speciale verkeersregels in de VS, zo mag je bijvoorbeeld steeds naar rechts afslaan aan een rood licht (tenzij anders vermeld) en kennen ze geen voorrang van rechts. Wie het eerste toekomt op het kruispunt heeft voorrang. In de praktijk was dat soms nog niet zo simpel want als er meerdere auto’s aan meerdere kanten van het kruispunt stonden dan moesten we echt goed in de gaten houden wanneer het aan ons was…
  • Over het eten:
    • Groenten bij een hoofdgerecht? Dat zagen we daar maar zelden. Wanneer we een steak met frietjes bestelden dan zat daar geen slaatje bij bijvoorbeeld.
    • Rustig lang tafelen? Dat zat er daar niet in: we werden er overal heel vlot bediend (wat superhandig was met de kinderen erbij) maar meteen na het eten kregen we de rekening en mochten we plaats maken voor de volgende gasten. Soms stonden we na dertig minuten al terug buiten!
    • Je kan er meestal niet reserveren in een restaurant, bijna overal werken ze met het systeem ‘langsgaan en wachten tot er een tafel vrijkomt’.
    • Ik dacht dat ik zeker vijf kilo zou bijkomen in de States door al hun fastfood maar we hebben best wel gevarieerd kunnen eten en ik kwam zelfs een kilo lichter terug naar huis (!?)
    • Eten is er niet goedkoper dan bij ons, integendeel, de prijzen lijken zowat hetzelfde als bij ons maar daar moet je dan telkens nog eens 15% à 20% fooi bovenop betalen.
    • Om ons eetbudget wat onder controle te houden hebben we vaak aan picknick gedaan. We hadden ons ter plaatste een koelbox en wat eetgerei gekocht. Die koelbox konden we in elke winkel en elk hotel laten vullen met een nieuwe lading ijs om alles fris te houden. Dat was handig!
  • Over de Amerikanen:
    • De Amerikanen die ons pad  zijn gekruist waren over het algemeen hele vriendelijke mensen. Ze spraken ons ook makkelijk aan, soms wat té gemakkelijk, zo werden we meer dan eens tijdens onze maaltijd onderbroken door een koppel van een tafel verder dat iets tegen ons wou vertellen. Dat heb je in België toch niet zo snel voor 🙂
    • Veel Amerikanen zijn echt heel Amerikaans gezind. Wij hebben onderweg gigantisch veel Amerikaanse vlaggen gezien: aan huizen, langs de baan, op gebouwen, aan auto’s, ….. En af en toe kwamen we Amerikanen tegen met een duidelijke boodschap op hun T-shirt waaruit we konden afleiden dat ze grote Trump fans waren.
    • Het is een cliché dat de gemiddelde Amerikaan wat meer weegt dan de gemiddelde Belg maar dat viel mij daar toch ook echt op. Ik weet niet goed hoe ik het moet uitleggen maar ik had daar het gevoel dat ik mager was, iets wat ik hier in België nooit zo voel. Niet dat ik dik ben, helemaal niet, maar daar werd ik mij meer bewust van mijn lijf in vergelijking met …. of zo. Anyway, ik voelde mij daar goed in mijn vel. Misschien omdat de ‘gemiddelde’ Amerikaan zich ook goed in zijn vel lijkt te voelen en ik onbewust dacht ‘waar maak ik mij dan eigenlijk ‘zorgen’ over?’.
    • Amerikanen zijn overdreven voorzichtig. Overal hangen er waarschuwingen omhoog. In de restaurants zie je grote borden hangen met waarschuwingen dat zwangere vrouwen geen alcohol mogen drinken. Of dat rijden en drinken niet mag. En, wat ik nog steeds heel raar vind, op ons laatste hotel hing een bord waarop stond dat er zich in het gebouw stoffen bevonden die schadelijk zijn voor de gezondheid (!?!). Ik hoop dat dit een overdreven waarschuwing was en dat wij niet in een kamer vol asbest geslapen hebben ofzo …
  • Over geld:
    • Altijd en overal fooien geven is gewoon mega irritant. En niet alleen die fooien, aan de kassa werden vaak ook nog allerlei taksen aangerekend die niet op het prijskaartje stonden vermeld. Waarom hebben ze daar nog steeds niet ingezien dat het veel duidelijker is voor de consument om de totaalprijs te vermelden zodat er geen extra ‘verrassingen’ meer zijn aan de kassa. En geef die obers & co ook eens gewoon een deftig loon aub….
    • Ook in de hotels hadden we vaak extra kosten aan ons been. Ze noemen dat daar dan de ‘resort fee’. Het komt er op neer dat ze je bovenop de reeds betaalde hotelprijs, ter plaatse nog een bepaald bedrag per nacht aanrekenen voor geen enkele reden (of ja toch, zogezegd voor het gebruik van het zwembad, wifi en zo van die dingen…). Sommige hotels deden dat, andere dan weer niet.
    • Als je met de auto gaat tanken moet je op voorhand zeggen voor hoeveel dollar je wilt tanken (en ineens betalen) ipv achteraf af te rekenen. Een beetje gokken dus!
  • Over de hotels:
    • Overal waren de bedden (in mijn ogen) raar opgedekt. In de plaats van een donsdeken in een dekbedovertrek kreeg je daar altijd een donsdeken tussen twee losse lakens. Tegen de ochtend lagen al die losse lakens verfrommeld aan mijn voeten en lag ik onder het ‘naakte’ donsdeken. Toch maar een raar systeem?
    • Overal waren er handdoeken verkrijgbaar bij het zwembad van het hotel. Handig, al wou ik dat ik het op voorhand had geweten dan had ik onze zwembadhanddoeken kunnen thuislaten.
  • Over het land en de fauna:
    • Soms waren we blij dat we in België wonen (Las Vegas, o my god WAT was DAT), soms ook helemaal niet (de verre zichten, de rust)
    • Er hangt heel veel smog in de VS. Ook in de nationale parken waar je het niet meteen verwacht. De luchtkwaliteit was op het grootste deel van onze reis ondermaats.
    • De route die wij hebben afgelegd door Utah, Arizona, Californië en Nevada was grotendeels op hoogte en dus niet op zeeniveau. Daar hadden we op voorhand nooit bij stilgestaan maar achteraf bekeken is het niet onlogisch met al die canyons en diepe afgronden die we op onze reis zijn tegengekomen.
    • We zagen enkele wilde dieren: herten (levend en dood), bizons, heel veel roofvogels, een roadrunner, heel veel rare insecten en super kleine eekhoorntjes. En ook van die hagedisachtige beesten. Zelfs eentje in onze kamer! Gelukkig liep het snel weer naar buiten. Wat mij wel opviel was dat we in het algemeen weinig vogels zagen en hoorden. Misschien ook wel logisch omdat het toch grotendeels een woestijnomgeving was. O en bijna nog vergeten, we zagen ook zwarte weduwespinnen. Brrr, echt niks voor mij!

Het was een intense reis, zeker met onze twee jongens erbij. Intens maar o zo prachtig en superhard de moeite. Meer details in een volgende bericht!