Stof: KIWI FABRICS Patroon: Aster Trui, La Maison Victor editie 3 – 2016
Telkens wanneer er een nieuwe La Maison Victor in de bus valt krijg ik meteen zin om er iets uit te maken. Bij de laatste editie viel mijn oog meteen op de Aster trui. Alweer een ‘snel klaar projectje’, zoals ik naaiprojecten graag heb.
Snel klaar was het zeker en vast, een ideale trui voor startende naaisters. MAAR wat een kort modelletje is me dat. Blote buik – kort. Niet meer voor mijn leeftijd 😉 . Het kan natuurlijk aan mij liggen, misschien heb ik een abnormaal lang lichaam maar ik zou toch aanraden om het voor alle zekerheid allemaal eens goed na te meten alvorens je aan het project begint. Je zou denken dat ik intussen mijn les al wel geleerd had, maar ik ben hardleers 😉 Volg mijn voorbeeld dus niet!
Het probleem werd echter snel opgelost: de boord onderaan heb ik weer losgetornd en ik heb er een boord die twee keer zo breed is aangezet in de plaats. Het blijft kort maar nu zit het tenminste comfortabel 🙂 .
Conclusie: een makkelijke trui om te maken die tevens fijn is om te dragen zolang je a. de trui verlengd of b. een mooie buik hebt (en geen buikcomplexen).
Ik heb het er vorig jaar al eens over gehad en ook dit jaar hebben we het weer geïntroduceerd >>> het grote lente-schoonmaakspel. Het is zo simpel als maar zijn kan maar het werkt perfect voor ons!
Ik vond het dan ook de moeite waard om er nog eens een blogpost aan te wijden met hierin alle spelregels en enkele tips voor als je er zelf mee aan de slag wilt.
Wij gebruiken het nu voor de lente-schoonmaaktaken maar je kan dit spel uiteraard toepassen voor alle taken die je maar kan bedenken. Door er een spelletje van te maken verander je iets dat je MOET doen in iets dat je WIL doen, en dat maakt nu net het verschil! Zoveel mogelijk plezier en voldoening halen uit wat je doet, dat is wat we willen bereiken 🙂
Dus, als jij ook zo’n lijst met taken in jouw hoofd hebt waar je nooit zin/tijd voor vindt om ze aan te pakken of je hebt een partner die maar moeilijk gemotiveerd kan worden om de handen uit de mouwen te steken, dan zijn hier voor jou de spelregels:
Spelregel1: Schrijf alle taken op. Taak per taak. Schrijf niet ‘de keuken kuisen’ maar schrijf:
Buitenkant kastjes keuken kuisen
Binnenkant kastjes keuken kuisen
Werkvlak kuisen
Oven kuisen
Onderhoud dampkap
etc.
Probeer de taken van iedereen in je huishouden op te lijsten, het is het leukst als de hele familie meedoet. Schrijf dus alle taken op, ook als het taken zijn waarvan je op voorhand al weet dat alleen jij of alleen jou partner ze kan uitvoeren.
Het is wat werk maar als je dit uitschrijft op je computer dan kan je het daarna nog vele keren hergebruiken en heb je er in de toekomst nog amper werk aan. Eventjes doorzetten dus!
Spelregel2: Ken aan elke taak punten toe
Wanneer alle taken zijn opgelijst bedenk je per taak hoe lang het zal duren om de taak af te werken. Naargelang hoeveel tijd je voor een taak inschat geef je die taak een bepaald aantal punten. Hoe je die punten geeft dat kies je zelf. Bij ons is het zo dat wij 40 punten toekennen aan taken die 1 uur duren, 20 punten voor een half uur, 10 punten voor 15 minuten enzovoort. Het is nog makkelijker als je gewoon zegt dat 60 minuten 60 punten oplevert, enzovoort. Wij wilden gewoon weer wat moeilijk doen, ik weet ook niet goed meer waarom 😉
Spelregel3: Leg je tussentijdse doelen vast
Tel alle punten op van de opgelijste taken. Wij kwamen uit op zo’n 2.000 punten. Als je weet dat 40 punten bij ons gelijk staat aan 1 uur werk dan staan 2000 punten dus voor 50 uren werk.
50 uren werk dat moet gebeuren naast de normale huishoudelijke taken is véél werk. Om niet ontmoedigd te geraken is het dus belangrijk om tussentijds beloningen te voorzien.
Het is een spel en een spel moet leuk zijn. Je moet steeds het gevoel hebben dat je kan kiezen uit de taken die gedaan moeten worden en een beloning mag niet té lang uitblijven. Leg dus tussentijdse doelen vast. Wij hebber ervoor gekozen om van zodra we de helft van de punten gehaald hebben (elk 500 punten) we onszelf gaan belonen met een etentje in ons favoriete restaurant.
Dit is dus het leukste deel: kies beloningen en leg vast vanaf wanneer je die beloning mag krijgen. Kies beloningen die de moeite waard zijn. Dat kunnen gemeenschappelijke beloningen zijn maar ook beloningen voor jou alleen. Zo kan bijvoorbeeld de eerste persoon die 100 punten haalt een extra beloning krijgen.
Je moet natuurlijk wel wat discipline hebben want ik weet natuurlijk ook dat als ik vandaag op restaurant wil gaan met manlief ik gewoon op restaurant kan gaan. Maar weet je, ik zou mij daar dan echt niet goed bij voelen want dan heb ik het nog niet verdiend. Je kan er zo veel meer van genieten als je er eerst iets voor gedaan hebt ;-).
Spelregel4: Aan de slag!
Print je lijst met taken, punten en de te behalen doelen af en hang ze omhoog op een zichtbare plaats. Telkens wanneer je even tijd hebt kijk je op de lijst, kiest een taak, voert ze uit en streept ze door. Zet je naam ernaast om de punten te claimen. Op naar die beloning!
Het is dringend tijd om eens alles neer te schrijven wat ik niet wil vergeten over jou. Je bent intussen al 21 maanden oud en je begint stilaan een echt jongetje te worden. We leren je steeds beter kennen. Zo weet je heel goed wat je wilt en je hebt het geduld om het ons duidelijk te maken. Als we uiteindelijk ontdekken wat je bedoelt klap je voor ons in je handen en lach je supervrolijk. Iedereen blij!
We hebben er even op moeten wachten maar je begint nu ook echt te praten. Tegenwoordig vind je het hilarisch grappig om mij papa te noemen. Als ik dan zeg ‘neen ik ben MA MA‘ dan lig je in een deuk. Jouw broer noem je Gniii, Finn vindt dat wel OK zo, we verstaan jou! Verder ken je het woord ‘bal’ en ook al heel wat dieren: paa(rd), boe (koe), poe(s), bee(r) en laatst zei je plots ‘pinguïn‘! Tss …mama zeggen lukt niet, maar pinguïn dat spreek je perfect uit, ik denk dat dit echt iets is wat jou typeert 😉 .
Pinguïns en giraffen zijn de dieren die je het interessants vindt en daarnaast is er natuurlijk nog je eeuwige held – het woord dat je trouwens als eerste kon zeggen – BUMBA. Je houdt van Bumba, het is jouw vriend en wij hebben er mee leren leven 😉
Eten doe je graag maar je hebt zo van die afwijkingen. Als er mayonaise op een tafel staat wil jij alleen mayonaise eten. Tegenwoordig moeten mama & papa dus stiekem wat mayonaise op hun bord smokkelen om dan snel weer de bus in de frigo te zetten. Bananen lust je soms dagenlang niet en dan zijn er dagen waarop je er twee na elkaar opeet. Je bent verslaafd aan druiven en rozijnen maar moet niet veel weten van aardbeien. Groenten zijn OK, zo lang ze maar niet té veel opvallen in jouw bord. Pasta gaat altijd goed binnen. Als je kunt kiezen tussen zelfgemaakt eten of eten uit een potje dan kies je altijd voor het potje. Tot het potje leeg is, daarna wil je toch nog alles eten wat wij net op ons bord geschept hebben.
Je zingt ook. Drie liedjes, een vast repertoire. Je herhaalt ze vaak en zingt ze meestal na elkaar. Dat gaat dan ongeveer zo: hihihi-hahaha (van ‘ik zag twee beren’) gevolgd door aaaaaa-a-aaaa (het liedje over de letter A dat je hebt opgepikt op het optreden van Kapitein Winokio, je begint dat trouwens ook altijd te zingen wanneer je een foto van de Kapitein ziet), om dan te eindigen met jaja – jajaja (uit een nummer van K3 dat je broer altijd zingt). Onze kleine muzikant, blijf maar veel zingen en muziek maken!
Je kans soms rare snuiten trekken, alsof je net in een zure citroen hebt gebeten. Ik zei het eerder al, je weet echt heel goed duidelijk te maken hoe je je voelt of wat je wilt zonder woorden te gebruiken.
Je speelt graag met blokjes en speelgoedfiguurtjes en leest heel graag boekjes. Je zegt ’tuut-a-tuut-a’ wanneer je autootjes laat rijden. In tegenstelling tot jouw broer heb je weinig interesse in het speelkeukentje. Buiten spelen doe je graag en tegenwoordig ben je zelfs niet meer bang van onze kippen. Integendeel, de rollen zijn nu omgekeerd, soms wil je net iets te enthousiast de kippen aaien.
Je wilt veel bij papa of mama zijn, je doet niets liever dan op onze schoot kruipen en je wilt dat we je oppakken wanneer we met iets bezig zijn zodat je kan helpen. We mogen van jou vaak de kamer niet verlaten en als we op stap gaan wil je altijd gedragen worden door mij. En dat met mijn slechte rug! Niet altijd even evident voor ons! Je bent zo fier als een gieter wanneer het dan toch mag, zo lekker bij ons blijven. Zeker wanneer je eens op papa zijn computer mag tokkelen, mee mijn krant mag lezen of het laatste druppeltje van mijn koffie mag opdrinken (je vindt dat blijkbaar lekker).
Je hebt ook een héél uitdagend kantje, ik heb al meermaals ‘slaag’ gekregen van jou (echt!) omdat je duidelijk je grenzen aan het aftasten bent. Als ik dan boos word durf je mij al wel eens gewoon in mijn gezicht uitlachen! Maar de aanhouder wint en ik ben koppig 😉 Achteraf maak je alles altijd weer goed met jouw knuffels en kusjes.
Op vlak van slapen hebben we nog niet te veel te klagen gehad over jou. Ja er waren lastige periodes, vermoeiende weken en maanden, maar ze waren niet zo erg als die met jouw broer! Dus op dat vlak heb je geluk, al besef ik dat ik jullie niet altijd moet vergelijken 🙂
Ik vind jou ook heel stoer, er zijn maar weinig zaken waar je bang van bent en als je je pijn doet geef je amper een kik. Soms doe je een beetje alsof je moet wenen zodat we je zouden knuffelen, je weet dat ik daar niet aan kan weerstaan 😉 .
Kleine man, ik kijk er naar uit om jou de komende weken, maanden, jaren nog beter te leren kennen! Het is een plezier om jou te zien opgroeien 🙂
xxx, van je mama (maar jij mag nog eventjes papa zeggen)
Niet mijn echte naam ;-) Geboren in 1984, mama van 2 zonen (°2012 en °2014), vrouw van 1 man, reist graag (favoriete bestemming Australië), andere interesses zijn: tuinieren, naaien, lezen, yoga, joggen, bloggen, lekker eten & Pearl Jam!
Recente reacties